M. Robert Badey, Schleusewärter auf Schleuse nr. 15  Ozean von 1945 bis 1978:

„Bis 1924 wurden die Schiffe geladen auf  500 meter stromfaufwärts mit Kohlen aus der Mine Bonin Bonnot.“

Hörst Du „das Rauschen der Schleuse“ das ankündigt das stromaufwärts ein Schiff sich nähert?…  Es händelt sich um das Geräusch vom fliessenden Wasser unter der Schleusetür stromaufwärts. Wenn die vorherige  Schleuse sich leert hört man 2 Minuten lang ein gewaltiges Brauschen; es ist ein Kahn aus der Richtung Ciry-le-Noble, er staut das Wasser vor sich hin; die kleine Welle vorneweg rührt das Wasser und kündigt die Ankünft eines Schiffes an bevor man ihn sehen kann. Schleusewärter Robert fängt an zu arbeiten weil er sich abfrägt wer kommt.

Da nähert sich „Yacou“ und Schiffer Yves; sie begrüssen einander, wechseln Neuigkeiten aus und der Binnenschiffer fragt dem Schleusemeister ob es Huhn und Salat zu tauschen gibt; er hinterlässt im Tausch einen Schubkarren voll Steinkohl.

Während des Durchschleusen kommen aus der Richtung Génelard zwei andere Schiffe; wartend auf ihre Reihenfolge gehen die Schiffer in die Kneipe ein Viertel Wein trinken und sie bezahlen im Voraus schon ein Viertel als Trinkgeld für den Schleusewärter.

Die Familie der Schleusewärter wohnen am Rande des Kanals, die Gefahr zu ertrinken benötigt eine scharfe Aufmerksamkeit auf die Kinder die noch nicht schwimmen können. Sehr oft haben die Eltern ihre Kinder ferne gehalten vom Gefahr durch das Verbieten nahe am Kanal zu kommen: „sonst kommt La Mère en Gueule (die Mutter mit dem grossen Maul) aus dem Wasser und hollt dich !“

Das Risico um in den Kanal zu fallen beim auffischen wann ein Ball aus dem Kanal war ziemlich gross.

Eine kleine Nachricht von Anne, die in 1995 8 Jahre alt war.

„Ich bin geboren in dieser Schleusewärterwohnung und meine Brüder, Schwester und ich haben ganz tolle Erinnerungen an dieser Stelle. Zu Weihnachten und an Feiertage mussten wir immer dableiben um die Schleuse zu bedienen. Dann kamen da immer Leute zu Besuch um mit uns zu feiern. Es war stets lustig bei uns zu Hause!

Unsere Freunden kamen immer zu uns um zu spielen. Mit denen haben wir meine Eltern geholfen die Räder und die Kürbel der Schleuse zu bedienen, um die Hühner zu füttern, die Wäsche tun im Kanal oder um Kartoffeln aus zu budeln. Wenn der Kanal zugefroren war streuten wir immer altes Brot für unseren Gänse um zu betrachten wie sie darauf zustürtzten und „Schlittschuh liefen“…

Vati lernte uns schwimmen in der Schleuse, er hielt uns am Seil; und im Sommer am Abend wenn der Schiffahrt gestockt war, haben wir im Kanal vom Wasser genossen !“

Gehst Du, so wie Anne jeden Tag unter jeder Wetterlage in die Schule gegangen ist, auch auf dem Fahrrad nach Génelard?

Im Zeitalter mit vielen Frächter und vom Hand bedienten Schleusen ist die Arbeit eines Schleusewächter anspruchsvoll ; er muss immer anwesend sein, viel laufen und viel an den Rädern und Kürbeln drehen um die Schleuse richtig funktionieren zu lassen (ein sportlicher Beruf). Von sieben bis sieben ist da immer ein Kahn in der Schleuse und andern die auf Durchschleusen warten ! Aber es wird oft gefeiert im Haus nr. 15. Abhängig von der Zeit: immer mit Muzik vom Akkordeon, Gitarre oder Synthesizer.

Der Weg an dem Trassee des Fahrwassers entlang mitten in Génelard lädet ein zum Spaziergang um zu entdecken was  dieses Schild ergänzt.

M. Robert Badey, sluiswachter op de 15 Oceaan van 1945 tot 1978:

« Tot 1924 werden de schepen 500 meter stroomopwaarts geladen met steenkool uit de mijnschacht St Joseph in Bonin Bonnot. »

Hoor je « het geruis van de sluis » dat aankondigt dat er stroomopwaarts een boot aankomt?… Het gaat om het geluid van het vallende water onder  door de sluisdeur stroomopwaarts. Als de voorgaande sluis leegloopt hoor je een enorm bruisen gedurende  twee minuten; het is een aak die vanuit Ciry-le-Noble komt aanvaren, hij stuwt het water voor zich uit; de kleine golf die er aan voorafgaat schept een « een kleine verplaatsing van water » en kondigt de komst van een schip aan nog voor je hem kunt zien. Sluiswachter Robert gaat aan het werk terwijl hij zich afvraagt wie er aan komt.

Daar is peniche « Yacou » en canalou Yves: ze begroeten elkaar, ze wisselen nieuwtjes uit en de binnenschipper vraagt aan de sluiswachter of er een kip en sla uit de tuin te ruilen valt; hij laat in ruil een kruiwagen vol steenkool achter.

Tijdens het schutten komen van de kant van Génelard twee andere boten; terwijl die op hun beurt wachten, gaan de twee schippers een kwart litertje wijn drinken in de bar tegenover de sluis en betalen er vast een quart voor de sluiswachter als „fooi ».

De gezinnen van de sluiswachters wonen aan de oever van het kanaal, het gevaar van verdrinken maakt het verscherpt opletten op de kinderen, die niet kunnen zwemmen, noodzakelijk. Heel dikwijls hielden de ouders hun jonge kinderen ver van het gevaar door ze te verbieden dicht bij het kanaal te komen: « anders komt La Mère en Gueule uit het water om je te pakken! »

Het risico om in het kanaal te vallen is niet denkbeeldig bijvoorbeeld bij het opvissen van een ba.

Een berichtje van Anne die in 1955 10 jaar was.

« Ik ben geboren in dit sluiswachtershuis en mijn broers, zusjes en ik hebben hele fijne herinneringen aan deze plek. Met Kerst en de feestdagen moest je op je post blijven om de sluis te bedienen, dus waren er altijd mensen, die feest kwamen vieren bij ons, het was altijd een vrolijke boel thuis!

Onze vriendjes kwamen altijd bij ons spelen en met hen hebben we mijn ouders geholpen met het draaien van de  wielen en de krukken van de sluis, het voeren van de kippen, de was te doen in het kanaal of om aardappels te rooien. Als het kanaal bevroren was gooiden we altijd oud brood voor onze ganzen om te kijken hoe ze erop af afvlogen en « schaatsten »…

Papa leerde ons zwemmen in de sluis door ons aan een touw te houden; en op zomeravonden als het bootverkeer stil lag genoten we in het kanaal! »

Ga jij op de fiets naar Génelard, net zo als Anne die onder alle weersomstandigheden daar naar school ging?

In een tijd van veel  vrachtverkeer en handbediende sluizen is  het werk van sluiswachter veeleisend, het is nodig steeds aanwezig te zijn, veel lopen en veel draaien aan de wielen of de hendels om de sluis te laten funktioneren (een sportief beroep!). Van 7u. tot 19u. is er altijd wel een schip in de schutsluis en anderen die liggen te wachten! Maar het is dikwijls feest in huis nummer 15!

Muziek maakt er deel van uit, afhankelijk van het  tijdperk: accordeon, gitaar of syntheziser.

Het wandelpad met uitleg langs de vaargeul in hartje Génelard nodigt u uit  deze  wandeling te maken om te zelf te ontdekken wat dit bord allemaal te vertellen heeft.